maandag 27 november 2017
zaterdag 4 november 2017
Double bill: Droomreiziger & Tegenkomer
Joey Brocken, winnaar van de wedstijd ‘Beste singer-songwriter van
Vlaanderen’ in 2013, brengt met Droomreiziger
een eigen(zinnig) Nederlandstalig project. Droomreiziger staat voor sferische
popmuziek. Joey maakte deel uit van de gekende band Hooverphonic. Momenteel
speelt hij ook met de groep Chackie Jam.
Stijn Trauwaen en Tom Marien
zoeken in de interactie tussen woord en muziek elkaars werk en gezelschap
op. Of ze gaan met elkaar in de clinch.
Nummers over rare vogels, over de liefde met een
scherpe rand, over de voor- en nadelen van vooroordelen. Verhalen over
(literaire en muzikale) helden en vreemde familiefeesten, stoere anekdotes en
scherpe gedichten. Tussen de noten en woorden door vragen ze zich ook af
of kunst iets in beweging kan zetten? Of moet?
Stijn Trauwaen is als muzikant verbonden aan de theatervoorstellingen van het Grote Gelijk. Hij volgde een opleiding singer-songwriter aan de Lierse Academie en ademt muziek. Hij heeft twee grote liefdes: zijn gezin en zijn Chinese gitaar.
Tom Marien is gefascineerd door het alfabet en haar oneindige mogelijkheden. In 2008 debuteerde hij met het young adult boek Vlucht. Hij is stadsdichter en publiceerde korte verhalen en poëzie in allerlei tijdschriften.
Stijn Trauwaen is als muzikant verbonden aan de theatervoorstellingen van het Grote Gelijk. Hij volgde een opleiding singer-songwriter aan de Lierse Academie en ademt muziek. Hij heeft twee grote liefdes: zijn gezin en zijn Chinese gitaar.
Tom Marien is gefascineerd door het alfabet en haar oneindige mogelijkheden. In 2008 debuteerde hij met het young adult boek Vlucht. Hij is stadsdichter en publiceerde korte verhalen en poëzie in allerlei tijdschriften.
Data: woensdag 17 januari 2018 en
vrijdag 19 januari 2018
Voorstelling
om 20u00
cc Den Bril, zaal Marollen (Bril 4, 2500 Lier)
Tickets: € 12 (vrije zit)
Tickets reserveren via tegenkomer@telenet.be
maandag 23 oktober 2017
Felix & Marleen
In tijden van fake news schrik ik bijna van niets
meer. De thuisoverwinning van Lierse sloeg me nochtans met verstomming. Dat er
snel nog iets van die orde zou volgen, kon ik me nauwelijks inbeelden. En toch,
volgens Marleen Vanderpoorten, ex-burgermoeder van onze stad en huidig
OCMW-voorzitter en schepen van sociale zaken, moet het Timmermans-Opsomerhuis
niet verkocht worden. ‘Dat kan door de Erfgoedkluis van de Vlaamse overheid in
te schakelen. Zij doen een bestemmingsonderzoek en bekijken welke partners mee
in zee kunnen gaan,’ aldus Vanderpoorten in de pers.
Zo goed als onmiddellijk veerde ik recht. Ik
applaudisseerde voor een verder lege huiskamer. De stad had 2016 immers als een
waar Timmermansjaar gevierd. De bibliotheek veranderde feestelijk van naam. De
wegenpijp onder de Ring werd (als tang op een varken) Pallietertunnel gedoopt
en het boek Pallieter zelf werd met een luisterspel en veel animatie geëerd. Op
de koop toe verscheen er een nieuwe uitgave van het boek door uitgeverij Polis.
De presentatie daarvan vond plaats in het huis van Pallieters geestelijke
vader. Juist ja, het huis dat men enkele jaren later gaat sluiten, ook al had men in
het bestuursakkoord geschreven dat het museum wordt opgewaardeerd tot vertrekpunt van de toeristische bezoeker. Elke
liefhebber van het werk van Timmermans, Opsomer, Van Boeckel, de la Haye en anderen voelde een
pijnlijke steek door het hart gaan. Sommigen waren een hartaanval nabij.
Maar vandaag wil eindelijk iemand met
verantwoordelijkheidszin de kunstzinnige meubelen redden, dacht ik. En ik
drukte nogmaals de handen op elkaar. Dan bracht een geniepig stemmetje in mijn
hoofd me tot rede. Had de huidige schepen in 2015 niet mee ingestemd met
de sluiting en verkoop van het huis, om de twee bestaande musea om te vormen
tot een gloednieuw en eigentijds Liers stadsmuseum? De door het college
opgesomde redenen zijn ondertussen breed uitgesmeerd: dalende
bezoekersaantallen, moeilijkheden om vier toeristische balies permanent te
bemannen en een slecht toegankelijk en verkeerd ingericht pand. En de
fundamentele vraag die, volgens schepen van erfgoed, musea en toerisme Rik
Verwaest, niemand beantwoord kreeg: ‘Waarom als stad +- 2 miljoen euro uitgeven
voor een renovatie van een ongeschikte ruimte, terwijl je 80 miljoen euro in
het rood staat?’
Waarom dan uitgerekend nu, als het water tot aan
de erfgoedlippen staat, een miraculeuze aap uit de mouw toveren? De vraag
stellen is ze beantwoorden. De verkiezingen zijn op gang getrokken en dan is
het geoorloofd om het culturele ongenoegen, dat aan de zilveren knoop leeft,
politiek te recupereren. Wat me eerst haast naïef, maar ontzettend nobel leek,
laat een bittere smaak in mijn mond achter. Ik kan het nog anders stellen: Mevrouw Vanderpoorten heeft mijn steun, maar op mijn toekomstige stem
moet ze niet rekenen.
Langs de andere kant is de inzet van dit dispuut
verkeerd. Het gaat hier niet over een al dan niet geschikt gebouw. De hele
discussie moet over het kwaliteitsvolle werk
en patrimonium gaan. Over hoe je al dat werk, dat wereldwijde erkenning
genoot en geniet, hedendaags gaat tonen. Ik had begrepen dat telkens
maar een zeer klein deel van de zeer ruime collectie zal worden ondergebracht
in de eerste zaal van het nieuwe museum, samen met een zicht op de
ontstaansgeschiedenis van Lier. Ik houd toch ook mijn hart vast. Gaat men
voldoende tijd en ruimte hebben om dit alles (afwisselend) te tonen? Welke topwerken gaan voor jaren in containers en op zolders verdwijnen? Gaat dit
werk nog tot zijn recht komen, te midden van geografische kaarten, een reus,
een mammoet, Lierse kant en vlaaikes?
Als liefhebber ben ik vrij om mijn twijfels te uiten. Als burger ben ik verplicht om de lokale overheid het voordeel van de twijfel te gunnen. Ondertussen mag ik hopen dat de stad, bij een definitieve sluiting, het fatsoen opbrengt om het gebouw op gepaste wijze uit te wuiven. Een creatieve ter ziele is op zijn plaats.
woensdag 4 oktober 2017
Meeeeeeeeeeeeeeesterrrrrrrrrrrrrrrrrr
Welke ouder wil er niet eens een vlieg zijn in de klas van zijn of haar dochter? Met dit stukje krijgt u een inkijk in een niet eens zo speciale dag in een niet eens zo speciale klas.
Dit stuk verscheen eerder op de weblog Maison Slash. Onderaan dit verhaal leest u een haast noodzakelijk duiding.
‘Meeeeeeeeeeeeeesterrrrrrrrrrrrrrrrrr?’
‘Ja, Florina, wat is er, meisje?’
‘Rachida heeft speelgoed bij en speelgoed mag toch niet op
school?’
‘Dat klopt, Florina,’ zeg ik en ik richt me tot Rachida: ‘Speelgoed
is voor thuis, lief kind. Steek dus maar gauw weg.’
‘Maar dat is tegen de stress!’ roept Rachida door heel de
klas. De eerste tranen verschijnen. Ze loopt rood aan.
‘Kom, kom, kom,’ probeer ik haar te sussen. ‘Je weet dat er geen
spinners meer op school mogen. Meneer directeur heeft net uitgelegd waarom.’
‘Maar ik heb geen spinner bij!’ Ze schreeuwt haar onschuld
alweer uit. Ik voel mijn bloeddruk stijgen.
‘Wat heb je dan wel bij, Rachida? Laat eens zien.’
Rachida steekt iets felgekleurd in de lucht. Het doet me
denken aan een koraalslang.
‘Dat is mijn Tangle! En ik mag dat gebruiken van mijn mama en
mijn therapeut!’
‘Rustig, lief kind.’ Ik probeer Rachida te kalmeren.
‘Dat is omdat ik stress heb voor mijn rapport!’
‘Maar meester?’ vraagt Bert. ‘Jij zegt toch altijd dat punten
en een rapport niet belangrijk zijn.’
Er verschijnt een grote glimlach op mijn gezicht. Mijn bloeddruk
zakt voelbaar. ‘Klopt als een bus, lieve Bert. Meer nog, lieve kinderen, hier
MAG je fouten maken.’
‘Maar van mijn mama mag dat niet!’ Rachida, alweer. ‘En daarom
krijg ik stress! En daarom moet ik naar een therapeut! En van mijn therapeut
moet ik dan friemelen aan mijn Tangle!’
‘Meester, wat is een therapeut?’ Egor werpt een interessante
vraag op. Ik wil deze gouden kans met beide didactische handen grijpen.
‘Dat is een kikker,’ zegt Filip en hij maakt enkele gekke
sprongen. ‘Een peut is toch een kikker? Dat zegt mijn papa altijd.’
‘Ik geloof dat je een puit bedoelt, Filip, maar ga eens op je
stoel zitten. Ik word wat onrustig van je sprongen en gekwaak.’
‘Ik zit niet op een stoel, meester. Ik zit op een zitbal, want
ik heb ADHD.’ Filip zet grote ogen op en blaast zijn kaken bol.
‘Wel, Filip,’ zeg ik zo rustig mogelijk terwijl ik mijn
bloeddruk weer de hoogte in voel gaan. ‘Een thera-peut is absoluut geen kikker.
Maar ga nu alsjeblieft op je stoel, ik bedoel bal zitten.’
‘Mijn mama zegt dat zitballen ook speelgoed zijn. Dat zoiets
niet mag in een klas.’ De anders zo stille Samara, die vlak naast Filip zit, mengt
zich in de discussie. Ik schrik ervan. Meestal hoor of zie ik haar een hele dag
niet, omdat ze ADD heeft.
‘Uw mama is zelf een peut,’ zegt Filip en hij steekt zijn tong
uit. Samara geeft geen kik. Ze staart naar het plafond.
‘Filip!’ sis ik. ‘Af! Zit! Stil’ Het ooglid van mijn linkeroog
begint te trillen. Ik voel mijn handen zelfs verkrampen.
Filip wil gaan zitten,
maar zet zich naast zijn bal. In zijn val sleurt hij zijn buurvrouw mee. Samara
blijft onbewogen op de grond liggen terwijl Filip achter zijn bal aangaat die
nu door de ganse klas stuitert.
Ondertussen is Egor naar het bord gelopen. Hij steekt een
vinger in de lucht en begint ongevraagd de maaltafel van 164 op te zeggen.
Neeeeeeeeeeeeeee!’ schreeuwt Rachida. ‘Ik krijg stress van
maaltafels! En ik ben allergisch voor autisten!’ Als een gek begint ze aan haar
Tangle te friemelen.
‘Maar is dat nu speelgoed of niet, meester?’ wil Florina eindelijk
weten. Meteen na haar vraag krijgt ze een zitbal in haar gezicht. Ze valt van
haar stoel en krijgt ook nog eens Filip over haar heen die als een lenige
jaguar naar zijn bal duikt.
Het wordt een beetje zwart voor mijn ogen. Ik ga op zoek naar
houvast. Wanneer de donkere mist is opgeklaard, vraag ik Elina om mijn
pillendoosje.
‘Mag niet van mijn ODD,’ antwoordt ze stug. ‘En alles wat je
vraagt, ben je zelf met je digitale pen in de helft.’
‘Egor,’ smeek ik. ‘Egor, help.’ Egor doet onmiddellijk wat ik
vraag terwijl hij de tafel van 164 achterstevoren begint op te dreunen. Met
enige moeite open ik het doosje en schud enkele pillen in mijn trillende hand.
‘De fles,’ prevel ik en Egor haalt een fles met goudgele inhoud uit mijn schooltas.
‘Dat is whisky,’ hoor ik Peter tegen zijn buur fluisteren.
‘Mijn papa drinkt dat ook altijd.’
Ik prop drie pillen in mijn mond en spoel ze door met enkele
flinke slokken. Ik tel langzaam tot tien en probeer mijn ademhaling onder
controle te krijgen.
‘Meesteeeeeeeeeeeeeer?’ Ik herken de stem van Filip. Ze komt
van ver. ‘Meeeeeeeeeeeeeeeeesteeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeer.’ Er trekt iets aan
mijn broek. ‘Ik moest nog van mijn mama zeggen dat ik mijn pilletje vergeten
ben.’
‘Jongen, toch,’ prevel ik en mijn ogen zoeken haastig mijn
bureau. Dan botst er iets groot en
rond tegen mijn pedagogische knikker. Het
klaslokaal van 2a kleurt gitzwart.
Over het waarom van Meeeesterrrrr
Nu het M-decreet, enkele jaren na zijn
invoering, op volle toeren begint te draaien zie ik minder aangename
neveneffecten opduiken in de school waar ik leerkracht ben. Voor alle
duidelijkheid, ik geef les in een vrije katholieke basisschool in een
provinciestad. Deze school draagt de naam een plek te zijn waar er veel
aandacht gaat naar de zorg voor elk kind. Op deze school worden we als
leerkrachten geconfronteerd met problemen waar we niet voor opgeleid zijn.
Als leerkracht word je als maar meer
geconfronteerd met (te) ruime klasgroepen waarin de heterogeniteit op vele
vlakken (op het gebied van de niveaus, op het gebied van leer- en
ontwikkelingsstoornissen, op het gebied van nationaliteiten en gesproken talen,
op het gebied van geloofsovertuiging, … ) steeds maar scherper wordt gesteld. En
net die uitgesproken diversiteit maakt het bij momenten zeer moeilijk om je job
als leerkracht correct uit te oefenen. Mijn grootste angst bestaat erin dat
lesgeven aan een groep van ruim twintig leerlingen zo goed al onmogelijk wordt.
Hoe dan ook zullen we als school het
huidige onderwijssysteem mee van onderuit moeten veranderen. Maar ik verwacht
als leerkracht ook iets van bovenuit. Om elk kind de kansen te geven die het
verdient. En om elke leerkracht fris en monter aan boord te houden. We hebben
die leerkracht immers broodnodig.
Een fijn schooljaar aan iedereen.
Meester Tom
dinsdag 22 augustus 2017
Maison Slash - Zoals in Afrika
‘Zoals in
Afrika, want in Afrika hebben de kindjes toch geen mama en papa?’
Onverstoorbaar gaat mijn dochter van vier door met soep eten. ‘Toch?’
Ik kijk naar
mijn vrouw. Ze verslikt zich in haar tomatensoep.
‘Dat vertel
jij toch altijd over Afrika, papa.’ Mijn jongste legt haar lepel neer en kijkt me
indringend aan.
‘Tja. Hoe
zal ik het zeggen?’ Ik kuch wat ongemakkelijk, want deze vergelijking zag ik
totaal niet komen. Ergens in het traject van de opvoeding moet iets zijn
misgelopen. En hoe trek je zo’n scheve vergelijking van een onschuldige
vierjarige in godsnaam weer recht?
Lees het volledige stuk op Maison Slash.
donderdag 3 augustus 2017
met illustrator Merlijne Marell in Watou
Op zondag 20 augustus, tijdens het Kinderweekend van de Poëziezomer, sta ik samen met illustrator Merlijne Marell in Dirks Café te Watou (Grote Markt). Met woorden en beelden brengen we om 15u en 16u ons prentenboek Volle Muil (dat nog moet verschijnen) tot leven.
Merlijne Marell schreef en tekende het bejubelde Schobbejacques en de zeven geiten (Vlag en Wimpel).
Voor grote en kleine kinderen vanaf 8 jaar.
Meer info lees je op de pagina van de Poëziezomer.
Merlijne Marell schreef en tekende het bejubelde Schobbejacques en de zeven geiten (Vlag en Wimpel).
Voor grote en kleine kinderen vanaf 8 jaar.
Meer info lees je op de pagina van de Poëziezomer.
zaterdag 24 juni 2017
stadsgedicht voor de slechtvalken van de Sint-Gummaruskerk
Al elf jaren op rij broedt een koppel slechtvalken in de nestkast aan de Peperbus. Om het unieke gebeuren extra in de kijker te zetten kreeg ik van de lokale Natuurpunt afdeling De Wielewaal de vraag om een stadsgedicht te schrijven. Het gedicht werd officieel uitgesproken tijdens de slechtvalkenhappening op de Vismarkt (3 juni). Het gedicht zal verschijnen in de eerstvolgende editie van De Karekiet. Vanaf 2018 zal het gedicht elk jaar tijdelijk zichtbaar zijn op een plek in de stad.
mijn
onvervreemdbaar gebroed
nestkastgeslacht
de rover die ik ben verjaart vandaag
ik word klauw en wreed en havik onder de valken
in de vallei van de stad onder mij onder ons
(al vele geslachten pluimen en dons op rij):
een motor die aanslaat
een baby die
huilt
met boven me: een kerkhaan en de wolkenluchten
traag
schuiven ze voorbij
wie dit gezien heeft
zet geen poot meer
op het land onder de toren
het dokkeren van een fiets
het blaffen
van een teef
het drijft me in de vangarm van de wind
zonder maat duik ik en dans in mijn kleed
ademloos om het gonzen van het vallen niet te breken
en wanneer ik bloed in de wonde
van slagpen en dekveer sla
grijp ik diep naar wat ons voedt
dinsdag 9 mei 2017
voorstelling Tegenkomer - 24 en 28 juni
De voorstelling Tegenkomer is de eerste samenwerking tussen
Stijn Trauwaen en Tom Marien.
Stijn heeft twee grote liefdes: zijn gezin en zijn Chinese
gitaar. Hij is als muzikant al jaren verbonden aan de voorstellingen van TG Het
Grote Gelijk. Hij volgde een opleiding singer-songwriter aan de Lierse
Academie. Daaruit puurde hij een reeks Nederlandstalige songs. In zijn zeer
jeugdige jaren versleet hij verschillende korte chirobroeken.
Tom is gefascineerd door het alfabet en haar oneindige
mogelijkheden. Ooit maakte hij deel uit van het cabareteske duo Cirque
Onstances. Hij schreef enkele young adults en publiceert regelmatig verhalen en
gedichten in tijdschriften en op Lierse buitenmuren. In het najaar verschijnt
zijn eerste prentenboek. Hij versleet haast evenveel chirobroeken als
Stijn.
In Tegenkomer zoeken de heren en hun werk elkaars gezelschap
op. Of ze gaan met elkaar in de clinch. Nummers over rare vogels, over de
liefde met een scherpe rand, over de voor- en nadelen van vooroordelen.
Verhalen over helden (literaire en muzikale) en vreemde familiefeesten, stoere
anekdotes en scherpe gedichten. Tussen de noten en woorden door formuleren de
twee ook de vraag of kunst iets in beweging kan zetten? Of moet?
Als u hen graag aan het werk ziet, beweeg u dan naar de Zomer
in het Lierse Park.
Uitvoerder:
Stijn Trauwaen en Tom Marien
Locatie:
Museum Timmermans-Opsomer
Datum evenement:
zaterdag, 24 juni, 2017 - 20:15
woensdag, 28 juni, 2017 - 20:15
Prijs:
8 euro
vrijdag 14 april 2017
Maison Slash - Papa, geloof jij in god?
Ik zit te tikken op mijn laptop,
terwijl mijn zoon van zes een wel erg netelige en levensbeschouwelijke vraag op
me afvuurt. Met een ‘Hoe bedoel je?’ probeer ik tijd te winnen. Voor het eerst
dient de kwestie geloof zich met enige sérieux aan en ik weet onmiddellijk dat
ik het met evenveel sérieux wil aanpakken. Alleen weet ik niet hoe.
Mijn zoon rommelt ondertussen in
zijn boekentas. Hij haalt er een A3 uit die beplakt is met prenten van de zon,
de maan, sterren, de zee, dieren, planten en twee vrolijke mensen. Trots toont
hij zijn werkstuk, waarbij hij zijn vraag herhaalt.
‘Bedoel je misschien God?’ vraag
ik op mijn beurt.’ Ik lees verwarring in zijn ogen. ‘De papa van Jezus?’ verduidelijk
ik. ‘Ja, die ook,’ antwoordt hij aarzelend.
Ik haal diep adem. Voor mezelf heb
ik uitgemaakt dat ik eerlijk wil zijn, ook als dat tot gevolg zal hebben dat ik
nog meer verwarring zaai in dat mooie kinderhoofd. ‘Nee, jongen, dat geloof ik
niet,’ antwoord ik zo droog mogelijk. Zijn mond valt open. ...
Lees de volledige tekst op Maison Slash.
zondag 12 maart 2017
Kinderboekendag in De Boekanier (Lier)
Op zaterdag 18 maart organiseren de jeugdauteurs Stefan Boonen, Jan De Kinder (tevens illustrator) en Siska Goeminne, samen met Iedereen Leest, een verse editie van Kinderboekendag.
Zelf geef ik acte de présence in de Lierse boekhandel De Boekanier (Antwerpsestraat 2). Tussen 14u-15u zal ik voorlezen uit mijn te verschijnen prentenboek Volle Muil (najaar 2017, uitgeverij Loopvis). Ik zal er tevens het verhaal van een wel eg rechtlijnige slak vertellen. Tussendoor vuur ik enkele gedichten af. Voor wezens van 7 jaar en ouder.
Meer hoe-wie-wat-waar-en-waarom lees je op www.kinderboekendag.be.
Zelf geef ik acte de présence in de Lierse boekhandel De Boekanier (Antwerpsestraat 2). Tussen 14u-15u zal ik voorlezen uit mijn te verschijnen prentenboek Volle Muil (najaar 2017, uitgeverij Loopvis). Ik zal er tevens het verhaal van een wel eg rechtlijnige slak vertellen. Tussendoor vuur ik enkele gedichten af. Voor wezens van 7 jaar en ouder.
Meer hoe-wie-wat-waar-en-waarom lees je op www.kinderboekendag.be.
maandag 20 februari 2017
maandag 9 januari 2017
Open brief aan Walter Grootaers, Lierse schepen van stadsontwikkeling, ruimtelijke ordening en wonen
Hoe lang nog kunnen betonboeren hun gewapende gang blijven gaan?
Geachte heer Schepen,
Omdat er iets op mijn lever ligt, moet me dringend iets van
het hart. U hoorde ongetwijfeld al over het verse Krugerbouwproject waarvoor
zeer recent een bouwaanvraag bij uw administratie werd ingediend. Ik word er
niet goed van, en ik niet alleen. Sommige buren slapen niet meer zo vast als
voorheen. Uiteraard omdat het project in onze buurt wilt verschijnen. Maar het
gaat me om meer dan dat. Het gaat me om de talrijke woonblokken die diepe
wonden slaan in het mooie landschap waarvoor deze stad aan de Nete zo gekend
is. Het is het zoveelste project dat bovendien haaks staat op wat u beschrijft
in het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Lier. Daarin moeten de natuurlijke eigenheid, de waterpartijen,
de relicten en het historisch karakter van de stadskern als dragers fungeren
van ‘Lierke Plezierke’. Ik zie vooral betonplaten en ijzerwerk als dragers. Het principe van inbreiding mag geen vrijgeleide zijn voor een
ongekende bouwwoede die de stad aan de samenloop van de twee Netes treft.
Ik weet niet hoe goed u vertrouwd bent met deze buurt, maar de
afgelopen jaren verschenen hier de volgende woonblokken (en ik som ze in
chronologische volgorde op): residenties Fase 1, Fase 2 en Fase 3
(Kroonstraat), het Woonzorgcentrum Paradijs (Transvaalstraat), Dagverzorgingscentrum
De Passage (Transvaalstraat), de Huisartsenwachtpost Pallieterland
(Transvaalstraat), het Huis van het Kind (Transvaalstraat) én de bijna
kersverse residenties Zilvervesten en Leuvense Poort (beide Transvaalstraat). Een indrukwekkende rij woongelegenheden die
niet nog extra woonblokken met bijkomend verkeer kan verdragen. Buiten de
verkeersellende (en daar heeft deze stad een mooie traditie van gemaakt) zal de
concentratie fijn stof aanzienlijk verhogen. En wel net dit weekend schreef De
Standaard dat we in Vlaanderen kampioen fijn stof vreten zijn en dat het een
aanslag is op ons hele lijf. Verder moet men geen socioloog zijn om te
begrijpen dat meer mensen op als maar minder ruimte de leefbaarheid van een
reeds volgestouwde buurt niet meteen verhoogt.
Wat mij in dit specifieke dossier ook stoort, is dat er
letterlijk in de aanvraag staat dat het
project niet alle stedenbouwkundige voorbesprekingen met de stad heeft gehad.
Een bouwpromotor die zelfs de stad links laat liggen, beschikt over bijzonder
veel lef. Het wekt bij mij de indruk dat een grote portefeuille als vrijgeleide
wordt gezien om zich boven de wet te plaatsen. Als u dit dossier goedkeurt, zet
u zichzelf buitenspel.
Beste Walter Grootaers, hoe wilt u dat men over vijf jaar naar
deze stad kijkt? Naar een gezellige provinciestad die bruist van woonplezier en
leven of naar een blok beton aan de Nete? Het afgelopen jaar werd 100 jaar
Pallieter uitbundig gevierd en in de verf gezet. Al deze woonblokken, die mij
als maar meer aan de woonkazernes uit het voormalige Oostblok doen denken,
vormen de tang op het varken dat Timmermans zo mooi creëerde. Waakt u er a.u.b.
over dat het blok aan de Nete geen blok aan uw been wordt.
Met torenhoge achting (van wel vijf verdiepingen zoals
voorzien in woonblok B, terwijl het naburige woonblok van RVT Het Paradijs
slechts drie verdiepingen telt).
Tom Marien
(bezorgde buurtbewoner en
schapenkop in hart en nieren)
Abonneren op:
Posts (Atom)