nestkastgeslacht
de rover die ik ben verjaart vandaag
ik word klauw en wreed en havik onder de valken
in de vallei van de stad onder mij onder ons
(al vele geslachten pluimen en dons op rij):
een motor die aanslaat
een baby die
huilt
met boven me: een kerkhaan en de wolkenluchten
traag
schuiven ze voorbij
wie dit gezien heeft
zet geen poot meer
op het land onder de toren
het dokkeren van een fiets
het blaffen
van een teef
het drijft me in de vangarm van de wind
zonder maat duik ik en dans in mijn kleed
ademloos om het gonzen van het vallen niet te breken
en wanneer ik bloed in de wonde
van slagpen en dekveer sla
grijp ik diep naar wat ons voedt