dinsdag 20 maart 2012

Gewetenloos

Het gebeurt zo oorverdovend stil dat je er haast niet van opkijkt, en het is net dat wat een mens moet doen. Het begint met een minimicro knopje en het kabbelt elke dag haast onzichtbaar voort tot het op barsten staat en niets of niemand een ontploffing kan voorkomen. Dan kleedt het zich uit. Alles wordt weer zichtbaar. Alles komt tot leven.
Vandaag gebeurde het achteraan in mijn tuin. De boom, die samen met een koepel van een aanpalende achterbouw wedijvert om het hoogste punt, liet net vandaag zichzelf los. Bijna vanuit het niets vuurde hij zichzelf af. Het blad brieste alsof het alles om zich heen wilde verdringen. Weldra is er geen sprake meer van een te hoge koepel zo ergens achteraan. Weldra alleen maar blad en tak, met ergens daarboven een nest van twee graag geziene tortels. Mijn tuin wordt een huis. Een huis om volop in te leven.
Nog even en ik zal er vrolijk fluitend het gazon afrijden. Nog even en ik verlos er de bloemperkjes al zingend van onkruid. Nog heel even en ik plaats er de eerste fakkels om in het licht van bewegende vlammen de tijd, die als maar sneller met het leven aan de haal gaat, een stevige tik te verkopen. Dat de wereld zo mag blijven stilstaan. Met nietsontziend groen dat ruikt naar nieuw leven. Want het is slechts de gedachte aan nieuw leven dat de kilte kan verdringen. De lente kan mooi zijn, gewetenloos wreed en mooi.