Dit stuk verscheen eerder op de weblog Maison Slash. Onderaan dit verhaal leest u een haast noodzakelijk duiding.
‘Meeeeeeeeeeeeeesterrrrrrrrrrrrrrrrrr?’
‘Ja, Florina, wat is er, meisje?’
‘Rachida heeft speelgoed bij en speelgoed mag toch niet op
school?’
‘Dat klopt, Florina,’ zeg ik en ik richt me tot Rachida: ‘Speelgoed
is voor thuis, lief kind. Steek dus maar gauw weg.’
‘Maar dat is tegen de stress!’ roept Rachida door heel de
klas. De eerste tranen verschijnen. Ze loopt rood aan.
‘Kom, kom, kom,’ probeer ik haar te sussen. ‘Je weet dat er geen
spinners meer op school mogen. Meneer directeur heeft net uitgelegd waarom.’
‘Maar ik heb geen spinner bij!’ Ze schreeuwt haar onschuld
alweer uit. Ik voel mijn bloeddruk stijgen.
‘Wat heb je dan wel bij, Rachida? Laat eens zien.’
Rachida steekt iets felgekleurd in de lucht. Het doet me
denken aan een koraalslang.
‘Dat is mijn Tangle! En ik mag dat gebruiken van mijn mama en
mijn therapeut!’
‘Rustig, lief kind.’ Ik probeer Rachida te kalmeren.
‘Dat is omdat ik stress heb voor mijn rapport!’
‘Maar meester?’ vraagt Bert. ‘Jij zegt toch altijd dat punten
en een rapport niet belangrijk zijn.’
Er verschijnt een grote glimlach op mijn gezicht. Mijn bloeddruk
zakt voelbaar. ‘Klopt als een bus, lieve Bert. Meer nog, lieve kinderen, hier
MAG je fouten maken.’
‘Maar van mijn mama mag dat niet!’ Rachida, alweer. ‘En daarom
krijg ik stress! En daarom moet ik naar een therapeut! En van mijn therapeut
moet ik dan friemelen aan mijn Tangle!’
‘Meester, wat is een therapeut?’ Egor werpt een interessante
vraag op. Ik wil deze gouden kans met beide didactische handen grijpen.
‘Dat is een kikker,’ zegt Filip en hij maakt enkele gekke
sprongen. ‘Een peut is toch een kikker? Dat zegt mijn papa altijd.’
‘Ik geloof dat je een puit bedoelt, Filip, maar ga eens op je
stoel zitten. Ik word wat onrustig van je sprongen en gekwaak.’
‘Ik zit niet op een stoel, meester. Ik zit op een zitbal, want
ik heb ADHD.’ Filip zet grote ogen op en blaast zijn kaken bol.
‘Wel, Filip,’ zeg ik zo rustig mogelijk terwijl ik mijn
bloeddruk weer de hoogte in voel gaan. ‘Een thera-peut is absoluut geen kikker.
Maar ga nu alsjeblieft op je stoel, ik bedoel bal zitten.’
‘Mijn mama zegt dat zitballen ook speelgoed zijn. Dat zoiets
niet mag in een klas.’ De anders zo stille Samara, die vlak naast Filip zit, mengt
zich in de discussie. Ik schrik ervan. Meestal hoor of zie ik haar een hele dag
niet, omdat ze ADD heeft.
‘Uw mama is zelf een peut,’ zegt Filip en hij steekt zijn tong
uit. Samara geeft geen kik. Ze staart naar het plafond.
‘Filip!’ sis ik. ‘Af! Zit! Stil’ Het ooglid van mijn linkeroog
begint te trillen. Ik voel mijn handen zelfs verkrampen.
Filip wil gaan zitten,
maar zet zich naast zijn bal. In zijn val sleurt hij zijn buurvrouw mee. Samara
blijft onbewogen op de grond liggen terwijl Filip achter zijn bal aangaat die
nu door de ganse klas stuitert.
Ondertussen is Egor naar het bord gelopen. Hij steekt een
vinger in de lucht en begint ongevraagd de maaltafel van 164 op te zeggen.
Neeeeeeeeeeeeeee!’ schreeuwt Rachida. ‘Ik krijg stress van
maaltafels! En ik ben allergisch voor autisten!’ Als een gek begint ze aan haar
Tangle te friemelen.
‘Maar is dat nu speelgoed of niet, meester?’ wil Florina eindelijk
weten. Meteen na haar vraag krijgt ze een zitbal in haar gezicht. Ze valt van
haar stoel en krijgt ook nog eens Filip over haar heen die als een lenige
jaguar naar zijn bal duikt.
Het wordt een beetje zwart voor mijn ogen. Ik ga op zoek naar
houvast. Wanneer de donkere mist is opgeklaard, vraag ik Elina om mijn
pillendoosje.
‘Mag niet van mijn ODD,’ antwoordt ze stug. ‘En alles wat je
vraagt, ben je zelf met je digitale pen in de helft.’
‘Egor,’ smeek ik. ‘Egor, help.’ Egor doet onmiddellijk wat ik
vraag terwijl hij de tafel van 164 achterstevoren begint op te dreunen. Met
enige moeite open ik het doosje en schud enkele pillen in mijn trillende hand.
‘De fles,’ prevel ik en Egor haalt een fles met goudgele inhoud uit mijn schooltas.
‘Dat is whisky,’ hoor ik Peter tegen zijn buur fluisteren.
‘Mijn papa drinkt dat ook altijd.’
Ik prop drie pillen in mijn mond en spoel ze door met enkele
flinke slokken. Ik tel langzaam tot tien en probeer mijn ademhaling onder
controle te krijgen.
‘Meesteeeeeeeeeeeeeer?’ Ik herken de stem van Filip. Ze komt
van ver. ‘Meeeeeeeeeeeeeeeeesteeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeer.’ Er trekt iets aan
mijn broek. ‘Ik moest nog van mijn mama zeggen dat ik mijn pilletje vergeten
ben.’
‘Jongen, toch,’ prevel ik en mijn ogen zoeken haastig mijn
bureau. Dan botst er iets groot en
rond tegen mijn pedagogische knikker. Het
klaslokaal van 2a kleurt gitzwart.
Over het waarom van Meeeesterrrrr
Nu het M-decreet, enkele jaren na zijn
invoering, op volle toeren begint te draaien zie ik minder aangename
neveneffecten opduiken in de school waar ik leerkracht ben. Voor alle
duidelijkheid, ik geef les in een vrije katholieke basisschool in een
provinciestad. Deze school draagt de naam een plek te zijn waar er veel
aandacht gaat naar de zorg voor elk kind. Op deze school worden we als
leerkrachten geconfronteerd met problemen waar we niet voor opgeleid zijn.
Als leerkracht word je als maar meer
geconfronteerd met (te) ruime klasgroepen waarin de heterogeniteit op vele
vlakken (op het gebied van de niveaus, op het gebied van leer- en
ontwikkelingsstoornissen, op het gebied van nationaliteiten en gesproken talen,
op het gebied van geloofsovertuiging, … ) steeds maar scherper wordt gesteld. En
net die uitgesproken diversiteit maakt het bij momenten zeer moeilijk om je job
als leerkracht correct uit te oefenen. Mijn grootste angst bestaat erin dat
lesgeven aan een groep van ruim twintig leerlingen zo goed al onmogelijk wordt.
Hoe dan ook zullen we als school het
huidige onderwijssysteem mee van onderuit moeten veranderen. Maar ik verwacht
als leerkracht ook iets van bovenuit. Om elk kind de kansen te geven die het
verdient. En om elke leerkracht fris en monter aan boord te houden. We hebben
die leerkracht immers broodnodig.
Een fijn schooljaar aan iedereen.
Meester Tom
Geen opmerkingen:
Een reactie posten