Met het oog op 800
jaar Lier achtte de stad het moment gekomen om een stadsdichter aan te stellen.
Na afloop van de sollicitatieronde besliste een adviescommissie om geen enkele
van de kandidaturen voor te dragen. Het aantal ingediende sollicitaties was te
beperkt waardoor er voor een kleine stad als Lier te weinig garantie was om de
kwaliteit en de continuïteit van een stadsdichter te verzekeren. Het
schepencollege volgde het advies en verliet de idee van een lokale
letterknecht.
Als kandidaat-stadsdichter ben ik natuurlijk
teleurgesteld, zoals elkeen die zijn kandidatuur indiende. Gedurende enkele
ogenblikken kon ik begrip opbrengen voor de argumentatie van de
adviescommissie. Lier is geen stad als Antwerpen of Gent. We leven hier nog
kleinschalig, onder de schaduw van enkele torens die niet erg hoog reiken.
Continuïteit mag geen loos begrip zijn als het over het stadsdichterschap gaat.
Maar de kwaliteit om het ambt alvast aan te vatten is aanwezig. Suzanne
Binnemans bijvoorbeeld doceert aan de SchrijversAcademie van Antwerpen. Haar
gedichten werden veelvuldig gepubliceerd in bloemlezingen en literaire
tijdschriften. En wanneer er niet langer een bekwame verzenlijmer uit de lokale
vijver der knetterende letteren kan worden opgehaald, staat het de heren en
dames beleidsmakers volledig vrij om in andere kunstzinnige vijvers te gaan
vissen. Waarom dan niet kiezen voor een stadstekenaar of -schilder of zelfs een
stadsvideokunstenaar? Kortrijk stelde in het verleden zelfs een stads-DJ aan om
zijn jongeren niet uit het oog te verliezen en Heist-op-den-berg koos zeer
recent voor een eerste gemeentefotograaf. Er huist voldoende creativiteit in
Lier om dat probleem te ondervangen. Mensen die werkelijk een broertje dood hebben aan gedichten en enkele leden van de oppositie zullen de beslissing van de adviesraad en het schepencollege niet betreuren. Deze stad heeft andere katten te geselen en de poëzie is elitair. Deze kunstvorm wordt enkel bedreven en gelezen door een bescheiden clubje bestofte lettervreters en -spuwers dat zichzelf graag boven het gewone volk verheft. Maar laat ons wel wezen. Wanneer leden van deze zogeheten sociëteit zich aanmatigend gedragen, is hun houding per definitie beschamend en te verwerpen. Bovendien is de poëzie niet elitair. Het gedicht mag dan van een dichter zijn, de interpretatie is van en voor iedereen. Het is net dat wat een lovenswaardig initiatief als Gedichtendag beoogt. Of nog, zoals Geert Van Istendael het reeds verwoordde: ‘Poëzie is absoluut elitair, maar niet meer of minder dan schoenen lappen of lassen.’ Dat wil echter niet zeggen dat het zomaar even een koud kunstje is om een reeks (stads)gedichten te produceren. Poëzie schrijven is een vak, een ambacht met traditie, dus mag het best iets meer zijn. En als een dichter in een taal zou schrijven die in eerste instantie als moeilijk te vatten klinkt, heeft de bedenker wellicht iets onder woorden willen brengen wat niet anders te zeggen viel.
Ik zag overigens allerhande kansen voor de stadsdichter van Lier weggelegd. De sfeer aan de samenvloeiing van Grote en Kleine Nete is verzuurd. De plek kampt al geruime tijd met fijne en iets minder fijne stoflucht en dan houd ik nog mijn mond over ingenieuze Diftarcontainerparken, hondenpoepterreur en de typische problemen waar ongeveer elk grondgebied in een moderne samenleving mee te kampen heeft. Gedichten zijn er niet om opgesomde problemen op te lossen, daar ben ik mij terdege van bewust. In wezen hebben ze geen enkel nut. Maar de poëzie hoeft niet zinloos te zijn. Woorden kunnen mensen in beweging brengen en een gedicht schrijven, lezen en doorgronden kan ook bijzonder verkwikkend werken. Op zo’n trein der traagheid stappen geldt haast als een daad van verzet tegen de snelle beeldcultuur die het vertrouwen in woorden niet meteen aanscherpt. Een letterknecht in loondienst van de stad had met zijn werk misschien een frisse bries over de pleinen en smalle straten kunnen laten waaien. Toch zullen we nooit achterhalen wat zo’n dichter klaar had kunnen spelen. De kans om er iets van te maken is verkeken en Lier maakt vanaf vandaag een beetje meer deel uit van Luiletterland.