zaterdag 4 november 2017

Double bill: Droomreiziger & Tegenkomer


Joey Brocken, winnaar van de wedstijd ‘Beste singer-songwriter van Vlaanderen’ in 2013, brengt met Droomreiziger een eigen(zinnig) Nederlandstalig project. Droomreiziger staat voor sferische popmuziek. Joey maakte deel uit van de gekende band Hooverphonic. Momenteel speelt hij ook met de groep Chackie Jam.



Stijn Trauwaen en Tom Marien zoeken in de interactie tussen woord en muziek elkaars werk en gezelschap op. Of ze gaan met elkaar in de clinch. 
Nummers over rare vogels, over de liefde met een scherpe rand, over de voor- en nadelen van vooroordelen. Verhalen over (literaire en muzikale) helden en vreemde familiefeesten, stoere anekdotes en scherpe gedichten. Tussen de noten en woorden door vragen ze zich ook af of kunst iets in beweging kan zetten? Of moet?
Stijn Trauwaen is als muzikant verbonden aan de theatervoorstellingen van het Grote Gelijk. Hij volgde een opleiding singer-songwriter aan de Lierse Academie en ademt muziek. Hij heeft twee grote liefdes: zijn gezin en zijn Chinese gitaar.
Tom Marien is gefascineerd door het alfabet en haar oneindige mogelijkheden. In 2008 debuteerde hij met het young adult boek Vlucht. Hij is stadsdichter en publiceerde korte verhalen en poëzie in allerlei tijdschriften. 


Data: woensdag 17 januari 2018 en vrijdag 19 januari 2018
Voorstelling om 20u00                        

cc Den Bril, zaal Marollen (Bril 4, 2500 Lier)

Tickets: € 12 (vrije zit)


Tickets reserveren via tegenkomer@telenet.be

maandag 23 oktober 2017

Felix & Marleen

In tijden van fake news schrik ik bijna van niets meer. De thuisoverwinning van Lierse sloeg me nochtans met verstomming. Dat er snel nog iets van die orde zou volgen, kon ik me nauwelijks inbeelden. En toch, volgens Marleen Vanderpoorten, ex-burgermoeder van onze stad en huidig OCMW-voorzitter en schepen van sociale zaken, moet het Timmermans-Opsomerhuis niet verkocht worden. ‘Dat kan door de Erfgoedkluis van de Vlaamse overheid in te schakelen. Zij doen een bestemmingsonderzoek en bekijken welke partners mee in zee kunnen gaan,’ aldus Vanderpoorten in de pers.

Zo goed als onmiddellijk veerde ik recht. Ik applaudisseerde voor een verder lege huiskamer. De stad had 2016 immers als een waar Timmermansjaar gevierd. De bibliotheek veranderde feestelijk van naam. De wegenpijp onder de Ring werd (als tang op een varken) Pallietertunnel gedoopt en het boek Pallieter zelf werd met een luisterspel en veel animatie geëerd. Op de koop toe verscheen er een nieuwe uitgave van het boek door uitgeverij Polis. De presentatie daarvan vond plaats in het huis van Pallieters geestelijke vader. Juist ja, het huis dat men enkele jaren later gaat sluiten, ook al had men in het bestuursakkoord geschreven dat het museum wordt opgewaardeerd tot vertrekpunt van de toeristische bezoeker. Elke liefhebber van het werk van Timmermans, Opsomer, Van Boeckel, de la Haye en anderen voelde een pijnlijke steek door het hart gaan. Sommigen waren een hartaanval nabij.

Maar vandaag wil eindelijk iemand met verantwoordelijkheidszin de kunstzinnige meubelen redden, dacht ik. En ik drukte nogmaals de handen op elkaar. Dan bracht een geniepig stemmetje in mijn hoofd me tot rede. Had de huidige schepen in 2015 niet mee ingestemd met de sluiting en verkoop van het huis, om de twee bestaande musea om te vormen tot een gloednieuw en eigentijds Liers stadsmuseum? De door het college opgesomde redenen zijn ondertussen breed uitgesmeerd: dalende bezoekersaantallen, moeilijkheden om vier toeristische balies permanent te bemannen en een slecht toegankelijk en verkeerd ingericht pand. En de fundamentele vraag die, volgens schepen van erfgoed, musea en toerisme Rik Verwaest, niemand beantwoord kreeg: ‘Waarom als stad +- 2 miljoen euro uitgeven voor een renovatie van een ongeschikte ruimte, terwijl je 80 miljoen euro in het rood staat?’

Waarom dan uitgerekend nu, als het water tot aan de erfgoedlippen staat, een miraculeuze aap uit de mouw toveren? De vraag stellen is ze beantwoorden. De verkiezingen zijn op gang getrokken en dan is het geoorloofd om het culturele ongenoegen, dat aan de zilveren knoop leeft, politiek te recupereren. Wat me eerst haast naïef, maar ontzettend nobel leek, laat een bittere smaak in mijn mond achter. Ik kan het nog anders stellen: Mevrouw Vanderpoorten heeft mijn steun, maar op mijn toekomstige stem moet ze niet rekenen.

Langs de andere kant is de inzet van dit dispuut verkeerd. Het gaat hier niet over een al dan niet geschikt gebouw. De hele discussie moet over het kwaliteitsvolle werk en patrimonium gaan. Over hoe je al dat werk, dat wereldwijde erkenning genoot en geniet, hedendaags gaat tonen. Ik had begrepen dat telkens maar een zeer klein deel van de zeer ruime collectie zal worden ondergebracht in de eerste zaal van het nieuwe museum, samen met een zicht op de ontstaansgeschiedenis van Lier. Ik houd toch ook mijn hart vast. Gaat men voldoende tijd en ruimte hebben om dit alles (afwisselend) te tonen? Welke topwerken gaan voor jaren in containers en op zolders verdwijnen? Gaat dit werk nog tot zijn recht komen, te midden van geografische kaarten, een reus, een mammoet, Lierse kant en vlaaikes?

Als liefhebber ben ik vrij om mijn twijfels te uiten. Als burger ben ik verplicht om de lokale overheid het voordeel van de twijfel te gunnen. Ondertussen mag ik hopen dat de stad, bij een definitieve sluiting, het fatsoen opbrengt om het gebouw op gepaste wijze uit te wuiven. Een creatieve ter ziele is op zijn plaats.

woensdag 4 oktober 2017

Meeeeeeeeeeeeeeesterrrrrrrrrrrrrrrrrr

Welke ouder wil er niet eens een vlieg zijn in de klas van zijn of haar dochter? Met dit stukje krijgt u een inkijk in een niet eens zo speciale dag in een niet eens zo speciale klas.
Dit stuk verscheen eerder op de weblog Maison Slash. Onderaan dit verhaal leest u een haast noodzakelijk duiding.

‘Meeeeeeeeeeeeeesterrrrrrrrrrrrrrrrrr?’

‘Ja, Florina, wat is er, meisje?’

‘Rachida heeft speelgoed bij en speelgoed mag toch niet op school?’

‘Dat klopt, Florina,’ zeg ik en ik richt me tot Rachida: ‘Speelgoed is voor thuis, lief kind. Steek dus maar gauw weg.’

‘Maar dat is tegen de stress!’ roept Rachida door heel de klas. De eerste tranen verschijnen. Ze loopt rood aan.

‘Kom, kom, kom,’ probeer ik haar te sussen. ‘Je weet dat er geen spinners meer op school mogen. Meneer directeur heeft net uitgelegd waarom.’
‘Maar ik heb geen spinner bij!’ Ze schreeuwt haar onschuld alweer uit. Ik voel mijn bloeddruk stijgen.
‘Wat heb je dan wel bij, Rachida? Laat eens zien.’ 

Rachida steekt iets felgekleurd in de lucht. Het doet me denken aan een koraalslang.
‘Dat is mijn Tangle! En ik mag dat gebruiken van mijn mama en mijn therapeut!’

‘Rustig, lief kind.’ Ik probeer Rachida te kalmeren.

‘Dat is omdat ik stress heb voor mijn rapport!’

‘Maar meester?’ vraagt Bert. ‘Jij zegt toch altijd dat punten en een rapport niet belangrijk zijn.’

Er verschijnt een grote glimlach op mijn gezicht. Mijn bloeddruk zakt voelbaar. ‘Klopt als een bus, lieve Bert. Meer nog, lieve kinderen, hier MAG je fouten maken.’

‘Maar van mijn mama mag dat niet!’ Rachida, alweer. ‘En daarom krijg ik stress! En daarom moet ik naar een therapeut! En van mijn therapeut moet ik dan friemelen aan mijn Tangle!’

‘Meester, wat is een therapeut?’ Egor werpt een interessante vraag op. Ik wil deze gouden kans met beide didactische handen grijpen.

‘Dat is een kikker,’ zegt Filip en hij maakt enkele gekke sprongen. ‘Een peut is toch een kikker? Dat zegt mijn papa altijd.’

‘Ik geloof dat je een puit bedoelt, Filip, maar ga eens op je stoel zitten. Ik word wat onrustig van je sprongen en gekwaak.’

‘Ik zit niet op een stoel, meester. Ik zit op een zitbal, want ik heb ADHD.’ Filip zet grote ogen op en blaast zijn kaken bol.

‘Wel, Filip,’ zeg ik zo rustig mogelijk terwijl ik mijn bloeddruk weer de hoogte in voel gaan. ‘Een thera-peut is absoluut geen kikker. Maar ga nu alsjeblieft op je stoel, ik bedoel bal zitten.’

‘Mijn mama zegt dat zitballen ook speelgoed zijn. Dat zoiets niet mag in een klas.’ De anders zo stille Samara, die vlak naast Filip zit, mengt zich in de discussie. Ik schrik ervan. Meestal hoor of zie ik haar een hele dag niet, omdat ze ADD heeft.

‘Uw mama is zelf een peut,’ zegt Filip en hij steekt zijn tong uit. Samara geeft geen kik. Ze staart naar het plafond.

‘Filip!’ sis ik. ‘Af! Zit! Stil’ Het ooglid van mijn linkeroog begint te trillen. Ik voel mijn handen zelfs verkrampen. 

Filip wil gaan zitten, maar zet zich naast zijn bal. In zijn val sleurt hij zijn buurvrouw mee. Samara blijft onbewogen op de grond liggen terwijl Filip achter zijn bal aangaat die nu door de ganse klas stuitert.

Ondertussen is Egor naar het bord gelopen. Hij steekt een vinger in de lucht en begint ongevraagd de maaltafel van 164 op te zeggen.

Neeeeeeeeeeeeeee!’ schreeuwt Rachida. ‘Ik krijg stress van maaltafels! En ik ben allergisch voor autisten!’ Als een gek begint ze aan haar Tangle te friemelen.

‘Maar is dat nu speelgoed of niet, meester?’ wil Florina eindelijk weten. Meteen na haar vraag krijgt ze een zitbal in haar gezicht. Ze valt van haar stoel en krijgt ook nog eens Filip over haar heen die als een lenige jaguar naar zijn bal duikt.

Het wordt een beetje zwart voor mijn ogen. Ik ga op zoek naar houvast. Wanneer de donkere mist is opgeklaard, vraag ik Elina om mijn pillendoosje.

‘Mag niet van mijn ODD,’ antwoordt ze stug. ‘En alles wat je vraagt, ben je zelf met je digitale pen in de helft.’ 

‘Egor,’ smeek ik. ‘Egor, help.’ Egor doet onmiddellijk wat ik vraag terwijl hij de tafel van 164 achterstevoren begint op te dreunen. Met enige moeite open ik het doosje en schud enkele pillen in mijn trillende hand. ‘De fles,’ prevel ik en Egor haalt een fles met goudgele inhoud uit mijn schooltas.

‘Dat is whisky,’ hoor ik Peter tegen zijn buur fluisteren. ‘Mijn papa drinkt dat ook altijd.’

Ik prop drie pillen in mijn mond en spoel ze door met enkele flinke slokken. Ik tel langzaam tot tien en probeer mijn ademhaling onder controle te krijgen.

‘Meesteeeeeeeeeeeeeer?’ Ik herken de stem van Filip. Ze komt van ver. ‘Meeeeeeeeeeeeeeeeesteeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeer.’ Er trekt iets aan mijn broek. ‘Ik moest nog van mijn mama zeggen dat ik mijn pilletje vergeten ben.’

‘Jongen, toch,’ prevel ik en mijn ogen zoeken haastig mijn bureau. Dan botst er iets groot en 
rond tegen mijn pedagogische knikker. Het klaslokaal van 2a kleurt gitzwart.    


Over het waarom van Meeeesterrrrr

Nu het M-decreet, enkele jaren na zijn invoering, op volle toeren begint te draaien zie ik minder aangename neveneffecten opduiken in de school waar ik leerkracht ben. Voor alle duidelijkheid, ik geef les in een vrije katholieke basisschool in een provinciestad. Deze school draagt de naam een plek te zijn waar er veel aandacht gaat naar de zorg voor elk kind. Op deze school worden we als leerkrachten geconfronteerd met problemen waar we niet voor opgeleid zijn. 

Als leerkracht word je als maar meer geconfronteerd met (te) ruime klasgroepen waarin de heterogeniteit op vele vlakken (op het gebied van de niveaus, op het gebied van leer- en ontwikkelingsstoornissen, op het gebied van nationaliteiten en gesproken talen, op het gebied van geloofsovertuiging, … ) steeds maar scherper wordt gesteld. En net die uitgesproken diversiteit maakt het bij momenten zeer moeilijk om je job als leerkracht correct uit te oefenen. Mijn grootste angst bestaat erin dat lesgeven aan een groep van ruim twintig leerlingen zo goed al onmogelijk wordt. 
Hoe dan ook zullen we als school het huidige onderwijssysteem mee van onderuit moeten veranderen. Maar ik verwacht als leerkracht ook iets van bovenuit. Om elk kind de kansen te geven die het verdient. En om elke leerkracht fris en monter aan boord te houden. We hebben die leerkracht immers broodnodig.   

Een fijn schooljaar aan iedereen.

Meester Tom  

dinsdag 22 augustus 2017

Maison Slash - Zoals in Afrika

‘Zoals in Afrika, want in Afrika hebben de kindjes toch geen mama en papa?’ Onverstoorbaar gaat mijn dochter van vier door met soep eten. ‘Toch?’
Ik kijk naar mijn vrouw. Ze verslikt zich in haar tomatensoep.
‘Dat vertel jij toch altijd over Afrika, papa.’ Mijn jongste legt haar lepel neer en kijkt me indringend aan.

‘Tja. Hoe zal ik het zeggen?’ Ik kuch wat ongemakkelijk, want deze vergelijking zag ik totaal niet komen. Ergens in het traject van de opvoeding moet iets zijn misgelopen. En hoe trek je zo’n scheve vergelijking van een onschuldige vierjarige in godsnaam weer recht?

Lees het volledige stuk op Maison Slash

donderdag 3 augustus 2017

met illustrator Merlijne Marell in Watou

Op zondag 20 augustus, tijdens het Kinderweekend van de Poëziezomer, sta ik samen met illustrator Merlijne Marell in Dirks Café te Watou (Grote Markt). Met woorden en beelden brengen we om 15u en 16u ons prentenboek Volle Muil (dat nog moet verschijnen) tot leven.
Merlijne Marell schreef en tekende het bejubelde Schobbejacques en de zeven geiten (Vlag en Wimpel).
Voor grote en kleine kinderen vanaf 8 jaar.
Meer info lees je op de pagina van de Poëziezomer.


zaterdag 24 juni 2017

stadsgedicht voor de slechtvalken van de Sint-Gummaruskerk

Al elf jaren op rij broedt een koppel slechtvalken in de nestkast aan de Peperbus. Om het unieke gebeuren extra in de kijker te zetten kreeg ik van de lokale Natuurpunt afdeling De Wielewaal de vraag om een stadsgedicht te schrijven. Het gedicht werd officieel uitgesproken tijdens de slechtvalkenhappening op de Vismarkt (3 juni). Het gedicht zal verschijnen in de eerstvolgende editie van De Karekiet. Vanaf 2018 zal het gedicht elk jaar tijdelijk zichtbaar zijn op een plek in de stad.

nestkastgeslacht                                                

de rover die ik ben verjaart vandaag
ik word klauw en wreed en havik onder de valken

in de vallei van de stad onder mij onder ons
(al vele geslachten pluimen en dons op rij):                  
                                   een motor die aanslaat
                                   een baby die huilt
met boven me:        een kerkhaan en de wolkenluchten
                                   traag schuiven ze voorbij
wie dit gezien heeft
zet geen poot meer
op het land onder de toren
                                   het dokkeren van een fiets
                                   het blaffen van een teef
het drijft me in de vangarm van de wind
zonder maat duik ik en dans in mijn kleed
ademloos om het gonzen van het vallen niet te breken

en wanneer ik bloed in de wonde
van slagpen en dekveer sla
grijp ik diep naar wat ons voedt

                                  mijn onvervreemdbaar gebroed

dinsdag 9 mei 2017

voorstelling Tegenkomer - 24 en 28 juni


De voorstelling Tegenkomer is de eerste samenwerking tussen Stijn Trauwaen en Tom Marien.

Stijn heeft twee grote liefdes: zijn gezin en zijn Chinese gitaar. Hij is als muzikant al jaren verbonden aan de voorstellingen van TG Het Grote Gelijk. Hij volgde een opleiding singer-songwriter aan de Lierse Academie. Daaruit puurde hij een reeks Nederlandstalige songs. In zijn zeer jeugdige jaren versleet hij verschillende korte chirobroeken.

Tom is gefascineerd door het alfabet en haar oneindige mogelijkheden. Ooit maakte hij deel uit van het cabareteske duo Cirque Onstances. Hij schreef enkele young adults en publiceert regelmatig verhalen en gedichten in tijdschriften en op Lierse buitenmuren. In het najaar verschijnt zijn eerste prentenboek. Hij versleet haast evenveel chirobroeken als Stijn.   
In Tegenkomer zoeken de heren en hun werk elkaars gezelschap op. Of ze gaan met elkaar in de clinch. Nummers over rare vogels, over de liefde met een scherpe rand, over de voor- en nadelen van vooroordelen. Verhalen over helden (literaire en muzikale) en vreemde familiefeesten, stoere anekdotes en scherpe gedichten. Tussen de noten en woorden door formuleren de twee ook de vraag of kunst iets in beweging kan zetten? Of moet?

Als u hen graag aan het werk ziet, beweeg u dan naar de Zomer in het Lierse Park.  

Uitvoerder: 
Stijn Trauwaen en Tom Marien

Locatie: 
Museum Timmermans-Opsomer

Datum evenement: 
zaterdag, 24 juni, 2017 - 20:15 
woensdag, 28 juni, 2017 - 20:15 







Prijs: 
8 euro

vrijdag 14 april 2017

Maison Slash - Papa, geloof jij in god?

Ik zit te tikken op mijn laptop, terwijl mijn zoon van zes een wel erg netelige en levensbeschouwelijke vraag op me afvuurt. Met een ‘Hoe bedoel je?’ probeer ik tijd te winnen. Voor het eerst dient de kwestie geloof zich met enige sérieux aan en ik weet onmiddellijk dat ik het met evenveel sérieux wil aanpakken. Alleen weet ik niet hoe.

Mijn zoon rommelt ondertussen in zijn boekentas. Hij haalt er een A3 uit die beplakt is met prenten van de zon, de maan, sterren, de zee, dieren, planten en twee vrolijke mensen. Trots toont hij zijn werkstuk, waarbij hij zijn vraag herhaalt.

‘Bedoel je misschien God?’ vraag ik op mijn beurt.’ Ik lees verwarring in zijn ogen. ‘De papa van Jezus?’ verduidelijk ik. ‘Ja, die ook,’ antwoordt hij aarzelend.

Ik haal diep adem. Voor mezelf heb ik uitgemaakt dat ik eerlijk wil zijn, ook als dat tot gevolg zal hebben dat ik nog meer verwarring zaai in dat mooie kinderhoofd. ‘Nee, jongen, dat geloof ik niet,’ antwoord ik zo droog mogelijk. Zijn mond valt open. ...

Lees de volledige tekst op Maison Slash

zondag 12 maart 2017

Kinderboekendag in De Boekanier (Lier)

Op zaterdag 18 maart organiseren de jeugdauteurs Stefan Boonen, Jan De Kinder (tevens illustrator) en Siska Goeminne, samen met Iedereen Leest, een verse editie van Kinderboekendag.

foto van Adeline Leemans.

Zelf geef ik acte de présence in de Lierse boekhandel De Boekanier (Antwerpsestraat 2). Tussen 14u-15u zal ik voorlezen uit mijn te verschijnen prentenboek Volle Muil (najaar 2017, uitgeverij Loopvis). Ik zal er tevens het verhaal van een wel eg rechtlijnige slak vertellen. Tussendoor vuur ik enkele gedichten af. Voor wezens van 7 jaar en ouder.


Meer hoe-wie-wat-waar-en-waarom lees je op www.kinderboekendag.be.




maandag 20 februari 2017

maandag 9 januari 2017

Open brief aan Walter Grootaers, Lierse schepen van stadsontwikkeling, ruimtelijke ordening en wonen


Hoe lang nog kunnen betonboeren hun gewapende gang blijven gaan?

Geachte heer Schepen,

Omdat er iets op mijn lever ligt, moet me dringend iets van het hart. U hoorde ongetwijfeld al over het verse Krugerbouwproject waarvoor zeer recent een bouwaanvraag bij uw administratie werd ingediend. Ik word er niet goed van, en ik niet alleen. Sommige buren slapen niet meer zo vast als voorheen. Uiteraard omdat het project in onze buurt wilt verschijnen. Maar het gaat me om meer dan dat. Het gaat me om de talrijke woonblokken die diepe wonden slaan in het mooie landschap waarvoor deze stad aan de Nete zo gekend is. Het is het zoveelste project dat bovendien haaks staat op wat u beschrijft in het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Lier. Daarin moeten de natuurlijke eigenheid, de waterpartijen, de relicten en het historisch karakter van de stadskern als dragers fungeren van ‘Lierke Plezierke’. Ik zie vooral betonplaten en ijzerwerk als dragers. Het principe van inbreiding mag geen vrijgeleide zijn voor een ongekende bouwwoede die de stad aan de samenloop van de twee Netes treft.

Ik weet niet hoe goed u vertrouwd bent met deze buurt, maar de afgelopen jaren verschenen hier de volgende woonblokken (en ik som ze in chronologische volgorde op): residenties Fase 1, Fase 2 en Fase 3 (Kroonstraat), het Woonzorgcentrum Paradijs (Transvaalstraat), Dagverzorgingscentrum De Passage (Transvaalstraat), de Huisartsenwachtpost Pallieterland (Transvaalstraat), het Huis van het Kind (Transvaalstraat) én de bijna kersverse residenties Zilvervesten en Leuvense Poort (beide Transvaalstraat).  Een indrukwekkende rij woongelegenheden die niet nog extra woonblokken met bijkomend verkeer kan verdragen. Buiten de verkeersellende (en daar heeft deze stad een mooie traditie van gemaakt) zal de concentratie fijn stof aanzienlijk verhogen. En wel net dit weekend schreef De Standaard dat we in Vlaanderen kampioen fijn stof vreten zijn en dat het een aanslag is op ons hele lijf. Verder moet men geen socioloog zijn om te begrijpen dat meer mensen op als maar minder ruimte de leefbaarheid van een reeds volgestouwde buurt niet meteen verhoogt. 

Wat mij in dit specifieke dossier ook stoort, is dat er letterlijk in de aanvraag staat dat het project niet alle stedenbouwkundige voorbesprekingen met de stad heeft gehad. Een bouwpromotor die zelfs de stad links laat liggen, beschikt over bijzonder veel lef. Het wekt bij mij de indruk dat een grote portefeuille als vrijgeleide wordt gezien om zich boven de wet te plaatsen. Als u dit dossier goedkeurt, zet u zichzelf buitenspel.

Beste Walter Grootaers, hoe wilt u dat men over vijf jaar naar deze stad kijkt? Naar een gezellige provinciestad die bruist van woonplezier en leven of naar een blok beton aan de Nete? Het afgelopen jaar werd 100 jaar Pallieter uitbundig gevierd en in de verf gezet. Al deze woonblokken, die mij als maar meer aan de woonkazernes uit het voormalige Oostblok doen denken, vormen de tang op het varken dat Timmermans zo mooi creëerde. Waakt u er a.u.b. over dat het blok aan de Nete geen blok aan uw been wordt.

Met torenhoge achting (van wel vijf verdiepingen zoals voorzien in woonblok B, terwijl het naburige woonblok van RVT Het Paradijs slechts drie verdiepingen telt).

Tom Marien
(bezorgde buurtbewoner en schapenkop in hart en nieren)