woensdag 4 mei 2016

korTom

Gisteren zat ik op de bus. Een oudere dame schommelde door het gangpad. Ze zette zich met moeite op het vrije plekje naast mij. Ik lachte naar haar. Zij vroeg me op de man af wat ik deed in het leven. Ik vind dat een moeilijke vraag. Zeker wanneer ze als ijsbreker wordt ingezet.

Ze moet mijn aarzeling gezien hebben. ‘Wat doe je van job?’ verduidelijkte ze. Ik ademde een keer diep in. Toen heb ik gezegd waar het op stond: ‘Ik ben murenfluisteraar.’ Ze zette grote ogen op. ‘Kijk,’ verduidelijkte ik op mijn beurt. ‘Je hebt paardenfluisteraars en hondenfluisteraars. En ik fluister tegen muren.’ Ze kneep haar ogen tot spleetjes. ‘Zo gek is dat niet, mevrouw. In een bepaald deel van Jeruzalem is dat dagelijkse kost. En ik word er zelfs voor betaald.’ Ik liet een vette knipoog op haar los. Zij schudde haar hoofd. Ik begreep dat het moment gekomen was om het hard te spelen. Ik nam mijn portefeuille en haalde mijn lerarenkaart boven. Ze lachte toen ze het eindelijk begreep en vouwde haar handen boven haar sacoche. ‘Meneer is schoolmeester,’ zei ze toch vooral in zichzelf. Ze sprak zo stil dat het haast fluisteren was.     

Geen opmerkingen:

Een reactie posten