dichters zijn idioten
warmvoelend en tragisch
bedrogen door de wereld en zichzelf
schlemielen zegt de een
parasieten beweert een ander
morgen ontmoet ik een dichter
hij is het
buiten hem is geen een
dichters wekken geen doden op
zij huilebalken als baardapen
in de ochtend
morgen zie ik een dichter
hij zal mij zien en schrijven:
zij is geen ander
zij is het
buiten haar is geen een
zaterdag 16 januari 2010
maandag 11 januari 2010
Optredens Hard op de tong
datum: 08/06/2010
locatie: café RoodWit (Berchem)
organisatie: vzw De Boog
aanvang: 20u30
http://www.boog.be/
locatie: café RoodWit (Berchem)
organisatie: vzw De Boog
aanvang: 20u30
http://www.boog.be/
optreden boeken? mail naar marientom@telenet.be
foto: ©kwestion.be
zaterdag 2 januari 2010
Recensie Vlucht - Leestafel.nl
Debuten - Jeugd
Tom Marien is Vlaming, en dat merk je in dit boek. Wat hij ook laat zien is dat hij gevoelens van pubers aardig goed weet te verwoorden. En dat hij gedichten maakt verbaast me ook al niet. Dit boek is zijn debuut als jeugdboekenschrijver.
Twee jongelui leren elkaar kennen en er bloeit wat moois op. Als dat alles zou zijn, dan was het niet veel bijzonders, maar dat is het dus wel. Iets bijzonders! We beginnen met de jongen, Ben.
'Ik ben Ben Arends', prevel ik en durf amper een blik in de zaal te werpen. Ik had gehoopt mijn eerste verschijning op een podium meer luister bij te zetten, maar de zenuwen beslissen daar anders over. 'Ik ben Ben, probeer ik wat luider. Enkele mensen grinniken, om het rijm vermoed ik. 'Ik ben Ben', herhaal ik nog eens. 'Ik ben mezelf dus twee keer. En... en dat is heerlijk, maar vooral vermoeiend... Als ik gelukkig ben, verkeer ik in een haast euforische toestand. Maar wanneer ik bots en struikel, zit ik twee keer in de put'.
Ben is een aparte jongeman, hij heeft een fascinatie voor vliegen in de zin van de zwaartekracht overwinnen, maar ook voor woorden. Vandaar zijn optreden op het podium. Hij is dan achttien en heeft de lezer al het een en ander over zijn intrigerende verleden verteld. Op de avond van zijn optreden ontmoet hij Annelies, degene die het tweede deel van het boek zal vertellen. Zij is gefascineerd door de tango. Dansen is haar lust en haar leven, naast Ben dus.
Er zit een flinke tijdspanne tussen de twee delen, dus ook Annelies blikt deels terug op het verleden. Dat zijn de overeenkomsten. Het verschil is de stijl. Ben en Annelies hebben ieder een eigen stijl, waarbij ik de voorkeur geef aan die van Ben. Hij is de dromer, de dichter. Hij schrijft brieven, en verstuurt flessenpost. Hij gebruikt zinnen als:
'En nu stroomt er nog steeds veel woede door mijn aders. Een soort van boosheid die diep onder de huid kruipt en die ik zelfs met een snelle motorrit niet uit het bloed kreeg verjaagd. Ik heb het gevoel dat de gebeurtenissen van de afgelopen nacht en vanmorgen een partijtje sumo met elkaar aan het spelen zijn.'
'En terwijl het motorbeest angstig toekijkt, de zon achter een wolkenfort verdwijnt en de dichter in mij huilt om de liefde die voorgoed voorbij is, slaat een vogel vanaf de grond zijn vleugels open, omdat hij aan dezwaartekracht ontsnappen wil.'
Maar omdat Annelies terugblikt is de stijl van Ben ook in het tweede stuk aanwezig. Een jongere lezer moet misschien even door het eerste stuk heen bijten, maar ik weet dat àls het je pakt, het je niet meer loslaat...Ik kijk nu al uit naar meer...
Marjo
Tom Marien is Vlaming, en dat merk je in dit boek. Wat hij ook laat zien is dat hij gevoelens van pubers aardig goed weet te verwoorden. En dat hij gedichten maakt verbaast me ook al niet. Dit boek is zijn debuut als jeugdboekenschrijver.
Twee jongelui leren elkaar kennen en er bloeit wat moois op. Als dat alles zou zijn, dan was het niet veel bijzonders, maar dat is het dus wel. Iets bijzonders! We beginnen met de jongen, Ben.
'Ik ben Ben Arends', prevel ik en durf amper een blik in de zaal te werpen. Ik had gehoopt mijn eerste verschijning op een podium meer luister bij te zetten, maar de zenuwen beslissen daar anders over. 'Ik ben Ben, probeer ik wat luider. Enkele mensen grinniken, om het rijm vermoed ik. 'Ik ben Ben', herhaal ik nog eens. 'Ik ben mezelf dus twee keer. En... en dat is heerlijk, maar vooral vermoeiend... Als ik gelukkig ben, verkeer ik in een haast euforische toestand. Maar wanneer ik bots en struikel, zit ik twee keer in de put'.
Ben is een aparte jongeman, hij heeft een fascinatie voor vliegen in de zin van de zwaartekracht overwinnen, maar ook voor woorden. Vandaar zijn optreden op het podium. Hij is dan achttien en heeft de lezer al het een en ander over zijn intrigerende verleden verteld. Op de avond van zijn optreden ontmoet hij Annelies, degene die het tweede deel van het boek zal vertellen. Zij is gefascineerd door de tango. Dansen is haar lust en haar leven, naast Ben dus.
Er zit een flinke tijdspanne tussen de twee delen, dus ook Annelies blikt deels terug op het verleden. Dat zijn de overeenkomsten. Het verschil is de stijl. Ben en Annelies hebben ieder een eigen stijl, waarbij ik de voorkeur geef aan die van Ben. Hij is de dromer, de dichter. Hij schrijft brieven, en verstuurt flessenpost. Hij gebruikt zinnen als:
'En nu stroomt er nog steeds veel woede door mijn aders. Een soort van boosheid die diep onder de huid kruipt en die ik zelfs met een snelle motorrit niet uit het bloed kreeg verjaagd. Ik heb het gevoel dat de gebeurtenissen van de afgelopen nacht en vanmorgen een partijtje sumo met elkaar aan het spelen zijn.'
'En terwijl het motorbeest angstig toekijkt, de zon achter een wolkenfort verdwijnt en de dichter in mij huilt om de liefde die voorgoed voorbij is, slaat een vogel vanaf de grond zijn vleugels open, omdat hij aan dezwaartekracht ontsnappen wil.'
Maar omdat Annelies terugblikt is de stijl van Ben ook in het tweede stuk aanwezig. Een jongere lezer moet misschien even door het eerste stuk heen bijten, maar ik weet dat àls het je pakt, het je niet meer loslaat...Ik kijk nu al uit naar meer...
Marjo
Recensie Vlucht - De Standaard
Vlucht van Tom Marien is een boeiende schets van twee jonge mensen die op zoek zijn naar zichzelf, tegen elkaar opbotsen en weer van elkaar wegdrijven. Het is ook een verhaal over een onmogelijke liefde. Ten slotte zoekt het een antwoord op de vraag: hoeveel dromen kan een mens aan? Een behoorlijk rijk en gelaagd verhaal, dus.
In deel één is de achttienjarige Ben aan het woord. Zijn lichaam wil de zwaartekracht opheffen, zijn hart wil wegvliegen in vlagen van verliefdheid, zijn geest wil vliegen in dichterlijke woorden. Het zijn allemaal symbolen voor de Sehnsucht die pubers in zijn greep kan houden. Maar langzaam begint Ben fictie te verwarren met realiteit. Een kortstondige, hevige liefde is tot mislukken gedoemd.
Het hoogdravende woordgebruik van een intelligente, gevoelige, ietwat wereldvreemde adolescent wordt knap weergegeven. Net als zijn Spielereien, zijn dodelijke ernst en zijn drang naar het extreme.
In deel twee is Annelies aan het woord. Zij gaat helemaal op in het tangodansen. Ze blikt terug op haar relatie met Ben. Het is knap hoe de schrijver haar een heel eigen vertelstijl aanmeet: evenwichtig analyserend, in een zachte, weemoedige toonaard.
Compositorisch zit het verhaal knap in elkaar. Soms vergaloppeert de auteur zich in net iets te geconstrueerde en geforceerde diepzinnigheid. Maar als dat er nog uitgroeit, mogen we van hem zeker nog heel indringende boeken verwachten. Hij krijgt van mij alvast de prijs van het meest beloftevolle debuut.
Ed Franck
In deel één is de achttienjarige Ben aan het woord. Zijn lichaam wil de zwaartekracht opheffen, zijn hart wil wegvliegen in vlagen van verliefdheid, zijn geest wil vliegen in dichterlijke woorden. Het zijn allemaal symbolen voor de Sehnsucht die pubers in zijn greep kan houden. Maar langzaam begint Ben fictie te verwarren met realiteit. Een kortstondige, hevige liefde is tot mislukken gedoemd.
Het hoogdravende woordgebruik van een intelligente, gevoelige, ietwat wereldvreemde adolescent wordt knap weergegeven. Net als zijn Spielereien, zijn dodelijke ernst en zijn drang naar het extreme.
In deel twee is Annelies aan het woord. Zij gaat helemaal op in het tangodansen. Ze blikt terug op haar relatie met Ben. Het is knap hoe de schrijver haar een heel eigen vertelstijl aanmeet: evenwichtig analyserend, in een zachte, weemoedige toonaard.
Compositorisch zit het verhaal knap in elkaar. Soms vergaloppeert de auteur zich in net iets te geconstrueerde en geforceerde diepzinnigheid. Maar als dat er nog uitgroeit, mogen we van hem zeker nog heel indringende boeken verwachten. Hij krijgt van mij alvast de prijs van het meest beloftevolle debuut.
Ed Franck
Recensie Vlucht - Biblion
Wanneer Ben Arends zijn droom om piloot te worden niet kan realiseren, probeert hij door poëzie en door met zijn 'motorbeest' te rijden te ontsnappen aan de zwaartekracht. Als hij Annelies ontmoet en verliefd wordt, is hij ervan overtuigd dat hij door hun liefde zijn verlangen naar gewichtloosheid kan bevredigen. Bens liefde wordt voor Annelies al gauw verstikkend en wanneer Annelies hem duidelijk maakt dat ze ademruimte nodig heeft, verdwijnt Ben spoorloos. Een verrassend debuut van de Vlaamse jeugdboekenschrijver. De auteur slaagt erin om in dit vrij dunne boek zowel een verstikkende liefde, het oeroude verlangen van de mens om te kunnen vliegen en het machteloze verdriet dat mensen overvalt wanneer een geliefde verdwijnt, op een poëtische en realistische manier te schilderen. Het verhaal valt uiteen in twee grote delen: in het eerste deel ('Vliegen') vertelt ik-figuur Ben over zijn jeugd en over zijn verlangen om te kunnen vliegen. In het tweede deel ('Dansen') vertelt ik-figuur Annelies over Ben, zijn verdwijning en over hoe ze die verwerkt.
Veerle Willaert
Veerle Willaert
Interview uit Het Nieuwsblad - 'Vlucht', een spannende zoektocht
Geslaagd debuut.
“Al eens goed gekeken hoe meeuwen tegen de wind optornen? Al eens gezien hoe de condor met zijn spanwijdte van drie meter het luchtruim boven de Andes bewaakt? Het is een kwestie van techniek en gratie, en net daarom een volwaardige vorm van kunst."
Zo begint het boek van Tom Mariën. Aan het woord is Ben Arends die naar het voorbeeld van Leonardo da Vinci van de nok van zijn dak de wijde wereld in wil vliegen. Hij wil zich licht voelen, gewichtloos. En diezelfde sensatie wil hij beleven op zijn motorbeest en in de liefde. Want hij wordt achtereenvolgens verliefd op Anita en Annelies. Wanneer niet alles loopt zoals hij het wenst… wel, nou ja.’
Schrijven is voor Tom een behoefte. ‘Op een bepaald moment moeten gedachten en gevoelens eruit. Dan zonder ik me af en begin te schrijven. Ik kan daar echt van genieten. Niet altijd, natuurlijk. Soms delf je zo diep in jezelf dat ’t pijn doet. Maar veelal is taal voor mij een uitdaging. Ik speel met woorden en betekenissen (zo legt hij zijn hoofdfiguur in de mond: ‘Ik ben Ben’ een dubbele affirmatie). Het alfabet is een wereld op zich. In het boek begint de naam van de meisjes met A. De naam van de hoofdfiguur begint met een B. De eerste letters van het alfabet. Niet echt belangrijk, maar leuk om weten. De naam Arend van de hoofdpersoon beschouw ik trouwens als een hulde aan de Nederlandse schrijver Jan Arends die in 1974 uit het raam van zijn flat sprong.’
De bevlogenheid waarmee Mariën schrijft en ook de gebruikte techniek, laten veronderstellen dat zijn werk autobiografisch is. ‘Alleen maar gedeeltelijk,’ geeft hij toe, ‘Er zitten wel frustraties van mij in het boek. Bijvoorbeeld het conflict met mijn ouders. Dat van me afschrijven, heeft me geholpen in te zien dat ik niet altijd noodzakelijk gelijk had. Maar veel in het boek is fictief. Ik vraag me voortdurend af hoe eerlijk je over jezelf moet zijn als je schrijft? Hoe sterk autobiografisch mag een werk zijn? Mag of moet ik wel afrekenen met het verleden? En mag ik denken dat mijn leven voor de anderen ook nog interessant is?...’
Eigenlijk had een talent voor de literaire wereld kunnen verloren gaan. Aanvankelijk wou Tom acteur worden. ‘Toneelspelers waren mijn halfgoden. Maar hoe meer ik naar het theater ging, hoe meer ik inzag dat de toneelwereld fake is. Hoe meer ik met acteurs sprak, hoe zwaarder ze van hun voetstuk vielen. Dat is niet gebeurd met de schrijvers die ik tot mijn halfgoden verheven had. Hugo Claus. Bij die man bewonder ik echt zijn métier. Voor Leonard Pfeiffer ben ik speciaal naar Watou getrokken. En ook Ramsey Nasr weet de dingen uit te drukken zoals niemand anders dat kan en toch dringt hij tot je door. Niet dat poëzie altijd verstaanbaar moet zijn…’’
‘Ik ben echt bezeten door literatuur. Ik lees enorm veel. Ik verslind boeken. Helaas heb ik het gevoel dat ik in mijn eigen wereld daar alleen mee zit. In mijn omgeving heb ik maar een paar vrienden die ook kritisch lezen. Bij mij gaat het zo ver dat ik een eigen citatenboek aanleg. Soms vind ik één enkele zin veel beter dan het gehele gedicht. Ik lees veel in dat boek. Het is eten en drinken.’
Manteau bracht het boek van Tom Mariën onder bij de jeugdliteratuur. Ik kan dit debuut aan boekenliefhebbers van alle leeftijden aanraden.
Leo van der Linden
“Al eens goed gekeken hoe meeuwen tegen de wind optornen? Al eens gezien hoe de condor met zijn spanwijdte van drie meter het luchtruim boven de Andes bewaakt? Het is een kwestie van techniek en gratie, en net daarom een volwaardige vorm van kunst."
Zo begint het boek van Tom Mariën. Aan het woord is Ben Arends die naar het voorbeeld van Leonardo da Vinci van de nok van zijn dak de wijde wereld in wil vliegen. Hij wil zich licht voelen, gewichtloos. En diezelfde sensatie wil hij beleven op zijn motorbeest en in de liefde. Want hij wordt achtereenvolgens verliefd op Anita en Annelies. Wanneer niet alles loopt zoals hij het wenst… wel, nou ja.’
Schrijven is voor Tom een behoefte. ‘Op een bepaald moment moeten gedachten en gevoelens eruit. Dan zonder ik me af en begin te schrijven. Ik kan daar echt van genieten. Niet altijd, natuurlijk. Soms delf je zo diep in jezelf dat ’t pijn doet. Maar veelal is taal voor mij een uitdaging. Ik speel met woorden en betekenissen (zo legt hij zijn hoofdfiguur in de mond: ‘Ik ben Ben’ een dubbele affirmatie). Het alfabet is een wereld op zich. In het boek begint de naam van de meisjes met A. De naam van de hoofdfiguur begint met een B. De eerste letters van het alfabet. Niet echt belangrijk, maar leuk om weten. De naam Arend van de hoofdpersoon beschouw ik trouwens als een hulde aan de Nederlandse schrijver Jan Arends die in 1974 uit het raam van zijn flat sprong.’
De bevlogenheid waarmee Mariën schrijft en ook de gebruikte techniek, laten veronderstellen dat zijn werk autobiografisch is. ‘Alleen maar gedeeltelijk,’ geeft hij toe, ‘Er zitten wel frustraties van mij in het boek. Bijvoorbeeld het conflict met mijn ouders. Dat van me afschrijven, heeft me geholpen in te zien dat ik niet altijd noodzakelijk gelijk had. Maar veel in het boek is fictief. Ik vraag me voortdurend af hoe eerlijk je over jezelf moet zijn als je schrijft? Hoe sterk autobiografisch mag een werk zijn? Mag of moet ik wel afrekenen met het verleden? En mag ik denken dat mijn leven voor de anderen ook nog interessant is?...’
Eigenlijk had een talent voor de literaire wereld kunnen verloren gaan. Aanvankelijk wou Tom acteur worden. ‘Toneelspelers waren mijn halfgoden. Maar hoe meer ik naar het theater ging, hoe meer ik inzag dat de toneelwereld fake is. Hoe meer ik met acteurs sprak, hoe zwaarder ze van hun voetstuk vielen. Dat is niet gebeurd met de schrijvers die ik tot mijn halfgoden verheven had. Hugo Claus. Bij die man bewonder ik echt zijn métier. Voor Leonard Pfeiffer ben ik speciaal naar Watou getrokken. En ook Ramsey Nasr weet de dingen uit te drukken zoals niemand anders dat kan en toch dringt hij tot je door. Niet dat poëzie altijd verstaanbaar moet zijn…’’
‘Ik ben echt bezeten door literatuur. Ik lees enorm veel. Ik verslind boeken. Helaas heb ik het gevoel dat ik in mijn eigen wereld daar alleen mee zit. In mijn omgeving heb ik maar een paar vrienden die ook kritisch lezen. Bij mij gaat het zo ver dat ik een eigen citatenboek aanleg. Soms vind ik één enkele zin veel beter dan het gehele gedicht. Ik lees veel in dat boek. Het is eten en drinken.’
Manteau bracht het boek van Tom Mariën onder bij de jeugdliteratuur. Ik kan dit debuut aan boekenliefhebbers van alle leeftijden aanraden.
Leo van der Linden
Abonneren op:
Posts (Atom)