Op zondag 27 april werd het Liers vlaaike officieel Europees erkend en mag het pronken met het blauw-gele label van beschermde geografische aanduiding.
In opdracht van de Orde van het Liers Vlaaike schreef ik enige tijd terug een stadsgedicht. Met dit gedicht sloot ik de ceremonie op het stadhuis af. Het gedicht staat ook te lezen op een muur in de bakkerij van Johan Hendrickx, de voorzitter van de Orde.
dag waarde warme bakker
met je gist en je meel
je appelkoekjes met kaneel
en je zeven granen zonnebloempit lang galetten klein grof wit
dag warme broodjesmakker van je lakker lakker lakker
met je sjoekes en tompoeskes
ik groet je omdat het een zoete ochtend is
ség wa sto dien tist
‘ier zoe te zwanze
ik gon die kwast agâkes zan broet gaive
ieder oem toer duurt al lank genoeg
voor mij een klein lang licht gesneden
een koffiekoek met chocola en eentje met rozijnen
-nee niet die lange doe maar rond-
en olala ook zo één cirkelvormig bruin gebakje
van je smikkel smukkel smakje
ség bitskoemmer
da noeme zier een liers vlaai-ke
-weulle klappe van vlôkes mor soit-
en dor kunde goe van nor de koer gon
ach zo heet dit kleinood lierse vlaai te zijn
zo bescheiden van formaat en toch
geurt de bruine kleur naar de zoetekoek van vannacht
ik dacht al zo daarnet
toen ik binnen kwam gekletterd
met mijn lege tas vol lange letters
wat is dat pygmeegebak
dat denkt zo vol en rond te zijn
wat is dat innieminnie vormpje
dat kruidig ruikt en net niet onder de toogtafel duikt
ge mut dor ni over ston zeike
ge mut da in awe frak slage menier de powéét
wa hémme wet toch zoe druk druk druk
mmmmmmmmmmmmm
oeeeeeeeeeeeeeh
aaaaaaaaaaaaah
oh la la la laaaaaaaaaaaaaaah
‘t smokt menier pesies nogal goe
wétte dor stééke weulle der tien van in ne rol
én plakke dattie doen och nondedjol
ooh gij kop’ren vlaai gij maakt mij
links en rechts en laag en high
gij doet mij krekel kraaien suskewieten
gij doet mij bloemekes zaaien planten gieten
alsof er na de laatste hap
geen nete meer zal stromen
ség menier
mijn beste warme broodjesrakker
ség bitskoemmer
geef mij al uw decimale rollen
èj paljas!
ik denk dat ik vanaf vandaag
menier de powéét ge mut wél nog afdokke hé
het rijmen laat voor wat het is
bon de volgendeeeeeh
zonder bruingebakken woorden
zal ik niet minder liever leven
én ver madam
maar zonder vlaaike bij elk toekomstig krieken
zag ik wellicht mijn laatste ochtendgloren
wa magget zén ver madam
woensdag 30 april 2014
stadsgedicht Liers vlaaike
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten